Oorzaak van een te hoge geleidbaarheid
De geleidbaarheid van water wordt bepaald door de opgeloste zouten die aanwezig zijn in het water. De variatie tussen de verschillende waterbronnen is groot. Zo is de geleidbaarheid van regenwater zeer laag. De geleidbaarheid van grondwater schommelt meestal tussen de 200 en de 1500 µS/cm, maar deze is erg plaats afhankelijk. Zo is dicht bij de kust het ondiep grondwater vaak verzilt en wordt in de ondiepe lagen een verhoogde zoutdruk (geleidbaarheid) gemeten. Maar ook de geleidbaarheid van de diepere grondwaterwinningen (bv. winningen uit het Landeniaanzand) is hoog. De samenstelling en dus ook de geleidbaarheid van open putwater kan sterk verschillen: bij hevige neerslag zal de geleidbaarheid dalen, in droge omstandigheden gebeurt het omgekeerde. Tenslotte wordt de geleidbaarheid van het oppervlaktewater sterk bepaald door eventuele lozingen van gezuiverd (industrieel) afvalwater. Net zoals het ondiepe grondwater, kunnen in de kustregio in het oppervlaktewater lokaal hogere zoutwaarden gemeten worden die bovendien tijdens langdurige droge (zomer)periodes sterk kunnen toenemen.
Problemen in de land- en tuinbouw veroorzaakt door een te hoge geleidbaarheid in het water
Gevolgen verhoogde geleidbaarheid bij drinkwater voor vee
Voor drinkwater voor vee schuift DGZ (Dierengezondheidszorg Vlaanderen) een maximale geleidbaarheid van 2100 µS/cm (of ongeveer 3000 mg/l zout) naar voor, en dat voor alle diercategorieën. Onderstaande tabel geeft wat meer nuances.
Bron : “The most essential nutrient: water”, David K. Bleede en “Interpretatie parameters drinkwaterkwaliteit” Dr. Frédéric Vangroenweghe – DGZ – presentatie.
* basiswaarden tekst is zoutwaarde – omgerekend volgens verhouding 2100 µS/cm ~ 3000 mg/l zoutgehalte
Gevolgen verhoogde geleidbaarheid bij gebruik als irrigatiewater
Niet alle gewassen zijn even gevoelig voor gebruik van zoutrijk irrigatiewater. Onderstaande tabel toont per teelt dat de opbrengst daalt naarmate de EC van het irrigatiewater hoger wordt. Let wel: dit zijn de opbrengstresultaten wanneer het gewas uitsluitend met zoutig water beregend wordt en er geen zoet (regen)water op het gewas komt (worstcasescenario), dus vanaf het jonge gewas. Enige nuance in de interpretatie is dus zeker op zijn plaats. Bloemkolen vlak voor oogst zijn bv. veel minder zoutgevoelig dan (witloof)wortelen bij opkomstberegening.
Bron : “Irrigation water quality standards and salinity management strategies”, Guy Fipps, Texas A&M Agrilife extensions.
Een neveneffect van het frequent beregenen van percelen met water met een verhoogde zoutdruk (en dus verhoogde natrium-druk) is verzilting van de bodem. Gebruik daarom water met een verhoogde zoutdruk niet structureel als irrigatiewater.
Praktijkbevindingen
Alle wateranalyses die in de loop van de jaren op Inagro werden genomen, zijn nauwgezet bijgehouden in een database. De verwerking van deze resultaten is terug te vinden in onderstaande tabel:
Merk op : de analyseresultaten werden verwerkt met de door de klant opgegeven waterbron waardoor er geen garantie kan gegeven worden dat dit volledig correct is. We gaan er evenwel vanuit dat de gemiddelde waardes per waterbron goede richtwaarden zijn.